Klein Orkest

23 april 2024 - Belgrade, Servië

681f3de7-cffc-44a6-ba72-b685c1a237a0

De doortocht door Duitsland verloopt vlekkeloos. Geen files, geen vertragingen. Een bockworst in een tankstation van volgens de verkoper Sehr Gute qualität stilt de trek rond het middaguur. Een hotelletje net over de Hongaarse grens is geboekt. We rijden in twee dagen naar Belgrado voor de vijfdaagse Belgrado – Banja Luka. Tegen de avond belanden we in Adi’s Hütte. De, zeg maar gerust, forse Oostenrijkse eigenaar geeft ons allen een hand. Op zijn lederhose staat Adi. Een aantal schnitzels verder, natuurlijk gaan wij gelijk op in de cultuur van het land waarin wij ons bevinden, zeggen we de eigenaar gedag en zetten we onze tocht voort. 

IMG_5464

De volgende dag naderen we de Hongaars-Servische grens. Servië is geen onderdeel van de Europese Unie dus de grenscontrole kan wel even duren. Vandaar dat we besluiten in Hongarije te lunchen. Een gebouw een stukje van de snelweg in de middle of nowhere lijkt dicht, verlaten en vervallen. Een lange oprijlaan met grind en gaten versterkt het desolate gevoel van de omgeving. Bij binnenkomst knikt het personeel en we nemen plaats in het grote lege restaurant. Op de muur hangt een klok met een logo. Ik herken de Turkse voetbalclub Trabzonspor. Waarom een Turkse familie hier een restaurant begint is mij maar kort onduidelijk. Nog geen vijf minuten nadat wij een kop Goulash soep voor ons hebben staan, komen er ongeveer veertig Turkse reizigers binnen. De snelweg van Budapest naar het zuiden is blijkbaar dé doorgang richting Istanbul. Het restaurant waarvan ik iets eerder nog met veel overtuiging scandeerde dat het sowieso nooit vol zou zitten, was plots bijna gevuld. 

IMG_5502

De baan voor de Europese paspoorthouders is dicht. “Only two people working.” We voegen ons in de trechter voor de paspoortcontrole. Hongarije uit. Prima. Servië in. Eerste hokje. Door. Tweede controle. “Ho!” 

Een grote man vraagt of Bart de achterdeur van de bus wil openen. “Why do you have bikes?” Geduldig vertelt Bart dat we naar een wedstrijd gaan met start in Belgrado. “You will not race. You will go to jury.” Blijkbaar hadden we de fietsen moeten aangeven als import. Bart verdwijnt in een gebouwtje. Mijn gedachten dwalen af naar verhalen van mijn oude mecanieker bij Sensa. De mecanieker verkondigde als maar sterker wordende verhalen over koersen in het Oostblok van voor de val van de muur. Hij zou ooit nog vastgezeten hebben in Tsjechië vanwege een paar honderd binnenbanden. Hij had ooit een vrouw van lichte zeden moeten verstoppen in een kledingkast voor de politie. De politie werd bestempeld als een stel corrupte autoritaire klootzakken, tot dusver ging die beschrijving aardig op. 

Het waait hard en witte pluisjes waarvan we de herkomst niet kunnen plaatsen vliegen ons om de oren. Tom, Jaap en ik klappen stoeltjes uit en zitten uit de wind voor de bus op een lege vijfbaansweg omringd door politiewagens en wat andere auto’s die het land in willen. De zit is voor korte duur, een politieagent roept en gebaart driftig dat we weer de bus in moeten. Een klein uur later keert Bart terug en gaan de onderhandelingen beginnen. Bij het loket belt hij met de organisatie van de koers. Ineens loopt het proces iets sneller. We mogen door.

IMG_5507

Het voelt alsof we het ijzeren gordijn passeren. Niemandsland in. 500m nadat we de Servische grens zijn gepasseerd is er niets anders dan leegte. Een vlak landschap. Graanvelden, weilanden en boerderijtjes vullen het zicht. Een enkele keer is er een fabriek te zien. Een andere keer een verwaarloosde auto zonder wielen op een akker. Toepasselijk zetten we ‘Over de Muur’ aan van Klein Orkest. Gelukkig zijn we vandaag de vogels en naderen we Belgrado. Daar kan de koers beginnen. 

De lucht is zo grauw als de gebouwen in de buitenwijken van Beograd. Vol goede moed en dik ingepakt staan we midden in de hoofdstad te wachten op het startschot. Knikkende knieën en zichzelf warm wrijvende renners die geduldig wachten tot het volkslied van de Servische Republiek is afgespeeld. Het is een surrealistisch gevoel om door het afgezette centrum te rijden. Op een snelweg worden we stilgezet, daarna begint de koers pas echt. Ik val gelijk aan, kom niet weg, pik weer in en rij voorin. Een Serviër besluit plots zo van de linkerkant van de weg naar rechts te sturen om aan te vallen. Twee kilometer gehad. Frames kussen het wegdek. Ik kan geen kant op. Terwijl ik lig zie ik mijn ploeggenoot Kenny en een renner van Astana met meer dan 50km/pu op mij afvliegen. Nadat de renners weer opgekrabbeld zijn, sta ook ik weer recht. Wat een begin… Ik kijk naar mijn nieuwe fiets en zie de derailleur los bungelen, het stuur is scheef, mijn frame beschadigd en het voorwiel kapot. De lichamelijke kwetsuren vallen mee op wat kneuzingen en schaafwonden na. Vijf minuten later zit ik op mijn reservefiets in het zog van de auto met 70km/pu op een snelweg in Servië. In mijn gedachten zie ik mezelf rijden vanuit een vogelperspectief. Dit beeld van de gehavende renner op een lege snelweg achter een auto in achtervolging op een peloton in de regen is niet aan veel mensen uit te leggen. Toch is dit een vorm van gelukkig zijn. 

Die avond slapen we in een kasteel in Bosnië. Of nou ja, het Servische deel van Bosnië. De bevolking identificeert zich hier beslist niet als Bosniër. Maak die fout dus niet! Mijn fiets wordt gemaakt door mijn ploeggenoot en fietsenmaker Tom. Na een traditioneel diner met vooral vlees sluiten we de gordijnen. 

b8768a66-1512-4f43-b020-8c143b7b83125a093bb7-cf63-4896-aae5-ffe327267c1c

De natuur is schitterend. De zon schijnt en ik heb moraal. De tweede en derde etappe doen een voor Nederland memorabel gebied aan. De regio rond Srebrenica. Ik heb mij de avond ervoor een beetje ingelezen, maar de complexiteit van de conflicten in de Balkan kan ik niet volledig begrijpen. De finale van de rit is bergop. Ik zit erbij. In een sprint van een groep van 45man kom ik tot een 29e plaats. Ik probeer nog een keer uit het zadel te komen om 10-15 renners te passeren, maar mijn hamstrings besluiten anders. Het lichaam is dit keer iets sterker dan de geest. Die avond in Visegrad wordt het echt chaotisch. Bij binnenkomst in het hotel waar wij kunnen avondeten zie ik dat sommige renners nog niet gedoucht zijn. Blijkbaar hebben sommige ploegen geen hotel. Een Bulgaars team heeft een bungalow zonder bedden. Het hotel heeft te weinig eten. Wij schakelen snel om en duiken een lokaal restaurant in waar we pizza’s en salades tot ons nemen. Na het consumeren van planken met ondefinieerbare stukken vlees en vettigheid, word ik al misselijk bij het ruiken van worstjes, dus eigenlijk is dit menu meer dan welkom. 

f2abbd31-aac0-425f-af69-469dedae1fabdd1316d6-618e-4422-baae-8826503c69be

De Hel van het Oosten wacht. Een rit van 190km door de bergen. Het is een rit waarvoor ik thuis van start tot finish klaar zou zitten als die werd uitgezonden. Het gevecht voor de kopgroep, gevolgd door uren controle in het peloton en een explosie op de slotklim. Het scenario is voorspelbaar. Op de eerste beklimming zit ik in de kopgroep. Paracetamol houdt de stijfheid van mijn gewrichten na de valpartij onder controle. Ik denk aan mijn ouders die thuis de livestream bekijken en mij proberen te identificeren aangezien de beeldkwaliteit het nodige te wensen overlaat. We worden gegrepen na de afdaling. Hierna volgen er vele onverlichte tunnels met slecht wegdek. Een aantal tunnels ligt in de afdaling van de volgende beklimming. Ik heb mijn fietsbril in mijn mond of op het topje van de neus en probeer iets te zien. Motards rijden met grootlicht in het peloton voor de ‘veiligheid’. Met 70km/pu duiken de renners een zwart gat in en de vraag is maar hoe en wanneer we er weer uitkomen. Het blijkt een schitterende dag te zijn. De Bosnische gorges, meren, bergvlaktes en verlaten dorpjes zijn betoverend. De laatste etappe op zondag is het tegenovergestelde. Vanuit Doboj rijden we naar Banja Luka over een door de EU gefinancierde snelweg. 120km snelweg gevolgd door een levensgevaarlijk Champs Elysees achtig parcours in de tweede stad van Bosnië. Mijn eerste aanraking met de Balkan was chaotisch, maar mooi. Ondanks de valpartij tijdens de eerste etappe voelde ik mij weer renner. Aanvallen en afzien in de bergen is het mooiste wat er is. Met dit gevoel keer ik huiswaarts.  

7a048ee1-7cca-4e7b-ad1b-ab4ccc67800c

Foto’s

5 Reacties

  1. Annelies:
    23 april 2024
    Weer een geweldig verhaal, Jip!!
    Maar met alles wat je weer meegemaakt hebt, en gelukkig van wordt, ben ik blij dat je gezond thuis bent gekomen...😘😘
  2. Ton Steman:
    23 april 2024
    Prachtig verhaal. Ik sluit me graag bij de woorden van H.M. aan. Ik hoop dat je echtgenoten hebt. Het zijn belevenissen die uniek zijn. Tot gauw.
  3. Christa:
    23 april 2024
    Mooi ' romantisch' geschreven Jip. De werkelijkheid is waarschijnlijk iets minder romantisch, maar vooral afzien...😅
  4. Monique Peterman:
    24 april 2024
    Wat schrijf je mooi, Jip! Zeker "romantisch". Wat maak jij veel mee. Blij dat je genieten kunt naast al het afzien.
  5. Jan Tanis:
    26 april 2024
    Heel mooi geschreven en beschreven, zit vast in de genen....! ;-)

Jouw reactie